Wanneer een handicap aanklopt, houdt het zich nooit bezig met huidskleur, taal of sociale status, het klopt gewoon aan.
Hoe overtuig je, hoe inspireer je, hoe vertel je mensen dat ze hun verloren passies kunnen herontdekken, hoe reik je iemand de hand die zijn eigen hand misschien niet meer ziet, hoe vertel je deze handen wat ze moeten doen, hoe leid je hun handen naar de gebaren van een gewoonte waarvan ze dachten dat ze verboden waren.
De vruchten van onze dromen kunnen laten zien en delen, net als anderen het gedwongen isolement kunnen overwinnen, is een overwinning die gisteren nog ondenkbaar was.
Te midden van de mist die je omringt, blijft er een schat over, de schat van het herinneren of van het kunnen verbeelden, de schat van het kunnen tekenen of schilderen, het schat ook om alles te kunnen tekenen of schilderen en ver daarbuiten te kunnen ontsnappen.
Maar langs welke weg, via welke loopbrug, moeten we de hand uitreiken? Waarom geen wedstrijd voor alle visueel gehandicapte artiesten, binnen ieders bereik?